Nepal - Verslag 2 - Reisverslag uit Pokhara, Nepal van Bart De Coster - WaarBenJij.nu Nepal - Verslag 2 - Reisverslag uit Pokhara, Nepal van Bart De Coster - WaarBenJij.nu

Nepal - Verslag 2

Door: Ikke

Blijf op de hoogte en volg Bart

10 November 2010 | Nepal, Pokhara

Het 2e stuk van mijn verhaal begint dus in Besishahar.
Besishahar is een klein dorpje, en vormt het beginpunt van het Annapurna-Circuit. Dit is een meerdaagse trek-route die je rond de Annapurna’s voert.
Zoals verschillende bergen in de Himalaya, bestaat de Annapurna uit meerdere pieken (Annapurna I, II, II & IV), waarvan de Annapurna I de hoogste is (8091 m), en zo verder naar beneden.
Het grootste gedeelte van deze trip, trekken we rond de Annapurna II.
Deze trekking bevindt zich meestal in de Top 10 van mooiste trekkings ter wereld. Natuurlijk is het een stevige trekking, maar valt het op zich nog wel mee, aangezien je geleidelijk aan stijgt, en niet al te veel moet dalen tussenin.
(Dit in tegenstelling tot bijv. de trekking naar het Everest-Base-Camp, waar je ook zeer veel moet dalen, en dan natuurlijk weer meer moet stijgen.)
Aangezien de trekking op relatief lage hoogte begint, begin je in een redelijk Tropische klimaat-zone, die later zal overgaan in een meer Alpiene Zone.
Dus bij ons vertrek lopen we in een groen landschap, tussenin wat overgangsgebied met naaldbomen, om dan over te gaan naar het meer rots-achtige gedeelte met weinig begroeiing.

Dit hele gebied van de Annapurna’s staat onder de bescherming van de ACAP. (Annapurna Conservation Area Protection)
Zij zorgen ervoor dat de natuur hier zo veel mogelijk gerespecteerd wordt, en stellen een hoop regels op, die gelukkig meer en meer worden nageleefd.
Ook ondersteunen zij met het geld van de trekking-permits de lokale bevolking, zowel met onderwijs, als met hulpgoederen.
Hun 2 voornaamste doelstellingen zijn:
- Beschermen van het cultureel – en natuur - patrimonium.
- Onderwijs om de lokale economie te ondersteunen & de sociale voordelen van het toerisme
Deze organisatie was in 1986 de 1e in zijn soort, die werd opgericht in Nepal.
Het gebied dat zij beheren is nu nog steeds het grootste beschermingsgebied in Nepal. (7.629 m²)
Meer dan 25.000 trekkers bezoeken het Annapurna-gebied elk jaar, en met het geld dat binnen komt, worden er zo’n 40.000 mensen ter plaatse gesteund.

Enkele ACAP-Regels:
- Geef de voorkeur aan lodges waar met Kerosine wordt gekookt, ipv op houtvuren. (Om ontbossing tegen te gaan)
- Tracht zo veel mogelijk dezelfde maaltijd te bestellen met je groep; en neem enkel een warme douche als het water op zonne-energie wordt verwarmd. (Om brandstof te sparen)
- Laat geen (of zo weinig mogelijk) afval achter in het gebied; neem alles mee naar Pokhara.
- Koop geen PET-flessen, maar zuiver je water door pilletjes (of door koken), of laat je drinkbus (of Camelbak) hervullen aan de ACAP-water-stations
(Deze “Safe Drinking Water Stations” zijn door de ACAP ingericht om de berg lege plastic waterflessen te reduceren. Je kan je flessen en lege plastic flessen hier laten hervullen aan prijzen goedkoper dan het water in de winkels. Want zelfs al zou je je plastic flessen in de vuilnisbak gooien, kan je nooit weten wat er achter je rug mee gebeurt. De mensen nemen meestal niet de moeite om dat afval weer helemaal naar beneden te dragen. Dus gebeurt het regelmatig dat het afval wordt verbrand, of gewoon in de rivier gesmeten.)
- Spreek al naar gelang je mogelijkheden zo veel mogelijk Nepali, het zal je heel wat gastvrijheid opleveren.

Onze 1e trekkingsdag begint dus in Besishahar, en brengt ons naar Bahundanda. Vanaf nu zullen we meestal om 6.00 opstaan, en om 6.30 ontbijten. Voor de volgende dagen, zal dus om 6.30 onze groene zak, beneden moeten klaar staan, zodat de dragers al kunnen vertrekken. En wij vertrokken dan zelf rond 7.00. ’s Middags zien we elkaar dan weer in 1 of ander klein restaurantje, waar we wat lunchen.
Meestal duurt het een uurtje alvorens de lunch klaar is, dat geeft ons wat tijd om weer op krachten te komen voor de namiddag.
De meeste van de Guest-Houses in de kleinere dorpjes in Nepal, hebben op hun dak een groot zwart vat staan. Het water dat hierin zit, wordt overdag door de zon opgewarmd, en daar kunnen wij dan mee douchen.
Dit wilt dus ook zeggen, dat eens het warm water op is, er enkel nog ijs-koud water overblijft.
En ik kan je verzekeren dat water is een pak kouder dan hetgeen er in België gewoon uit de kraan loopt. En aangezien ik mij meestal wat opofferde om als 1 van de laatsten te douchen, heb ik dit meermaals kunnen meemaken. (Niet aan te raden).

En wijle weg !!
Vanuit Besishahar lopen we naar Khudi via een bergpad, en enkele hangbruggen over de mooie vallei van de Marshandi-rivier.
Net buiten Besishahar laat onze gids eerst onze trekking-permits afstempelen in een controle-bureautje van de ACAP.
Onderweg zien we natuurlijk veel rijs-terrassen, en linzenplanten; en af en toe wondermooie watervallen.
’s Middags eten we in Ngadi.
’s Avonds komen we aan in Bahundanda (1310m), dat bovenaan een steile klim ligt, waardoor je een prachtig uitzicht hebt over de vallei waar je net bent doorgelopen. We installeren ons in een klein hotelletje dat bij zijn uithangbord uitdrukkelijk aangeeft dat ze niet worden aangeraden door de “Lonely Planet” (De trekkers-bijbel). (Ondanks het feit dat ze ondertussen wel in de Lonely Planet vermeld worden.)
Na een heerlijke soep, en dito maaltijd, gaat iedereen weer op tijd naar bed, want morgen is het weer vroeg dag.
’s Avonds geven we wel onze bestelling voor het ontbijt al door, zodanig dat het ongeveer tegen 6.30 klaar kan zijn. Anders verlies je daar ook nog eens zeer veel tijd mee.
Onze gids, en dragers eten elke dag het nationale gerecht van Nepal, Dhal Baht. Dit is rijst, met een licht pikant (Curry-) sausje, wat groeten, en een kleine portie pikante saus. Je kan Dhal Baht blijven eten tot je erbij neervalt, want in elk restaurant komen ze constant je bord bijvullen. Wel oppassen voor het pikante sausje. En blijkbaar gaat het voor de Nepali nooit vervelen. Ook als ze de mogelijkheid hebben om iets anders te eten, zullen onze dragers toch steeds weer voor Dhal Baht kiezen.

We hebben in onze groep een oudere man van 69 jaar, die zichzelf direct wilde bewijzen gedurende deze 1e dag, en de hele tijd vooraan liep, zonder gebruik van zijn wandelstokken. (Die de meesten van ons wel gebruikten, als een zeer welkom hulpmiddel.)
Hopelijk zal hem dit later niet al te duur opbreken.

Gemiddeld wandelen we van 7.00 ’s morgens tot 11.00 á 11.30. (met enkele korte stops onderweg)
Dan nemen we van 11.30 tot 13.00 onze lunch. (Afhankelijk hoe lang het duurt om alles klaar te maken, kan dit ook wat uitlopen.)
En dan wandelen we weer tot 16.00 á 16.30.
Dus, in totaal zo’n 7 uur wandelen per dag. Wat betekent zo’n kleine 20 kilometer per dag, gedurende de 1e dagen, later wordt dit een pak minder, maar wordt het wel steiler.
Iedereen wandelt op zijn eigen tempo, wat zeer belangrijk is, als je in de bergen gaat wandelen. Want, eens je over je grens gaat, kan het wel even duren alvorens je weer gerecupereerd bent.
Ik had er tijdens mijn voorbereiding dan ook bewust voor gekozen om onze eerste paar dagen wat langer door te stappen zodanig dat we onderweg een extra dag zouden hebben om te acclimatiseren aan de hoogte.
Eens je boven de 2500m hoogte zit stijg je best maar 400 á 500 meter per dag, om zo weinig mogelijk kans te hebben op hoogteziekte.

De Chinezen zijn ondertussen begonnen met een weg aan te leggen van Besishahar naar Manang. (Vanwaar het steilere stuk van de trekking begint)
De Nepalezen zijn zelf te vinden voor een vlotte bereikbaarheid van Manang. Al is dit slecht nieuws voor de eigenaars van de eethuisjes, lodges en ezels langs deze trekkingsroutes. Gelukkig zal het waarschijnlijk nog wel een jaar of 10 duren alvorens deze weg klaar is. Nu zijn er dus nog vele ezels-karavanen om alle goederen tot de bergdorpjes te brengen.
(Dus, hoe hoger je gaat, hoe langer de ezels-karavanen er over doen om alles tot daar te krijgen, en hoe duurder alles ook wordt.)
Een Gouden Tip: Als je op de smalle bergpaadjes een ezelskaravaan kruist, ga dan nooit aan de kant van de vallei (afgrond) staan, of je bent zelf de Ezel !!

Op onze 2e trekkingsdag trekken we eerst naar Ghermu.
Onderweg nog steeds veel rijst-terrassen en ezels-karavanen.
Gelukkig lopen we in de schaduw-zijde van de bergen, want het is bloedheet.
We gaan via een grote hangbrug naar Syange, en dan klimmen langs Marihuana-struiken naar Jagat. Daar houden we even een korte drink-stop, waar een 1e keer blijkt dat die oudere man gisteren toch al wel wat over zijn limiet is gegaan. Daardoor begint hij wat last te krijgen met zijn ademhaling.
Maar toch lijkt hij niet veel geleerd te hebben, en gaat er weer vandoor, zonder echt naar zijn lichaam te luisteren. (Met dus een, voor hem, veel te hoog tempo)
’s Middags lunchen in Chamche.
Net buiten Tal (waar we vanavond zullen slapen), zien we onze 1e Mani-muur.
Dit zijn gebeds-muren met stenen, en gebedsmolens, waar de mantra “Om Mani Padme Hum” op staat. Door aan de gebedsmolens te draaien worden hun wensen via die mantra veelvuldig herhaald, en de wereld ingestuurd.
Daarom hebben ze ook overal zo veel gebeds-vlaggetjes ophangen, dan kan de wind hun gebeden meenemen, en nog verder verspreiden.
Tal ligt al op 1700m hoogte, en geleidelijk aan wordt het (vooral ’s avonds) al wat kouder. Overdag blijft het gelukkig nog vrij warm.

De 3e dag gaan we eerst naar Dharapani, waar we het volgende checkpoint tegenkomen. Hier hebben we gezamenlijk weer een 15-tal minuten rust, en ondertussen gaat Raju (onze gids) onze permits laten controleren.
Hier blijkt ook dat onze oudere man het steeds moeilijker begint te krijgen, en we beslissen dat er 2 dragers bij hem zullen blijven, en dat hij het verplicht trager aan moet gaan doen. (Gelukkig heeft hij ondertussen wel al zijn wandelstokken boven gehaald.)
Op het pad naar Dharapani komen we een mooie stenen boog (Kani) met 3 stenen torentjes (Stupa’s) tegen. Later op de trekking komen we er zo nog heel veel tegen.
We gaan ondertussen door de 2.000m-grens.
We lopen langs enkele prachtige watervallen, hangbruggen (o.a. 1 van 60m), en veel ezels. Ook meer en meer beginnen we de Tibetaanse invloed te merken in de omgeving en de mensen. (meer Mongoloïde gelaats-trekken)
’s Middags lunchen we in een eet-huisje in Danagyu.
In de namiddag is het niet zo heel ver wandelen, maar is het wel een steile klim van 2 uur naar Thanchowk (2570m), waar we de volgende nacht zullen doorbrengen. Van zodra de zon onder gaat, voel je direct dat het een heel pak kouder wordt. We zijn vandaag dan ook meer dan 800 meter gestegen.
Ondertussen heeft die oudere man zo veel last van zijn luchtwegen dat hij onder lichte dwang van mijnentwege is begonnen met Antibiotica, tegen luchtwegen-infectie.
’s Avonds kwam er op de weide tegenover ons hotel een groep geiten met hun herders staan. En die hebben, samen met hun honden, ons bijna de hele nacht wakker gehouden.

Toch vatten we ons 4e dag weer vol goede moed aan.
Onderweg komen we het dorpsleven veelvuldig tegen.
Kinderen die in manden op de rug hout aansleuren; mannen die hout klieven; vrouwen die op het veld aan het werk zijn,…
In elk dorp komen we een hele hoop winkeltjes, en lodges tegen; keuze te over…
Aan de ingang van het dorpje Chame, komen we een mooie, lange Mani tegen met tientallen gebedsmolens.
Ondertussen gaan we doorheen veel naaldwoud, en breken we door de 3.000m-grens, en lunchen we in Dhukur Pokhari.
Nu wordt het ’s middags ook al kouder, als we stilzitten.
Tijdens het wandelen zelf, is het nog meer dan warm genoeg.
In de namiddag passeren we de oer-schol. Dit is een impressionante granieten reuze-rotsplaat van zo’n 1500 meter hoog. Dit is het laatste stuk van een tectonische plaat, die de Himalaya heeft opgestuwd.
Fantastisch om zo te zien !!
Ondertussen hebben we ook fantastisch zicht gekregen op de Annapurna II.
’s Avonds nemen we onze intrek in een zeer gezellige, houten lodge in Upper Pisang (3.310m).
Hier zullen we 2 nachten blijven.
We zijn vandaag weer een kleine 800m gestegen.
Nu wordt het tijd om even wat te acclimatiseren aan de grote hoogte, en ook wat rust te gunnen aan onze dragers.
Het is onvoorstelbaar wat die kleine, tengere mannetjes kunnen dragen.
Gelukkig heeft de organisatie waar wij mee werken een policy van maximum ongeveer 20 Kg per drager. Maar onderweg komen we een heel aantal dragers tegen met een veelvoud hiervan. Ze binden de bagage steeds samen tot 1 geheel dat ze dan met een riem rond hun voorhoofd op hun rug dragen.
Volgens mij hou ik dit zelf nog geen 50m vol.
RESPECT !!

Op onze 5e trekking-dag kunnen we een beetje uitslapen… We staan pas om 7.00 op… ;)
Deze dag gebruiken we om een acclimatisatie-tocht te maken vanuit Upper-Pisang.
Dat wil zeggen dat we hoger gaan klimmen, maar op dezelfde hoogte komen slapen. In overleg, blijft de oudere man vandaag beneden, om weer wat bij te sterken, en de antibiotica te laten aanslaan.
Ook voor onze gids was het de 1e keer, dat hij deze tocht naar de Pisang Peak zou doen. Ook een 4-tal dragers hadden interesse, en gingen mee met ons. (Ook voor hen is het goed om wat extra te acclimatiseren)
Was een vrij zware tocht, maar super-mooi.
We zijn met z’n allen naar de 1e kam gegaan op zo’n 3900m hoogte.
Daar hadden we een ongelooflijk prachtig uitzicht, op de vallei, op de Oer-schol, en natuurlijk op de Annapurna II; in volle glorie !!
De helft van de groep keert van hieruit terug naar ons hotel, en de helft gaat verder tot aan het BaseCamp, en keert daarna terug.
Iedereen was welvoldaan na deze zware, maar geweldige dag.

Voor de 6e dag konden we kiezen tussen de Upper-Route, of de Lower Route naar Manang. De Upper Route zou eerst 500m stijgen, om dan weer 200m te dalen. En de Lower Route zou geleidelijk aan 300m stijgen.
De oudere man zou met enkele dragers de Lower Route doen, en de rest zou de Upper Route nemen. (Wat vooraf sowieso de planning was)
Ook de komende dagen zou de oudere man, onder begeleiding van 2 dragers, op zijn eigen tempo naar boven gaan.
Wij nemen eerst een vrij steile klim naar Ghyaru (3730m), en daarna rustig afdalen naar Ngawal (3680m), waar we onze lunch namen.
In de namiddag dan weer wat dalen naar Bhraga (3450m), en dan weer stijgen naar Manang (3540m).
Hier zouden we weer 2 nachten blijven, voor alweer een acclimatisatie-dag.
Vandaag hebben we qua landschap de overgang gemaakt naar het Alpiene gebied.
En dit was waarschijnlijk qua landschap onze mooiste dag.
Echt weer volop genieten !!

Manang is zowat het einde van het 1e deel van de trekking, vanaf nu gaat het vrij steil bergop.
In Manang vind je ook zeer veel winkels met trekking-spullen, hier kan je alles kopen wat je eventueel vergeten bent.
Vanaf hier is het ook een heel pak drukker; drinken en eten kosten hier ongeveer het dubbele in vergelijking met het begin van onze tocht.
De meeste mensen blijven hier ook meer dan 1 dag om te acclimatiseren.
Er zijn in de omgeving dan ook verschillende leuke tochten die je kan maken.
Vanaf nu wordt het echt wel een stuk kouder, ook overdag wordt het wat frisser. En ’s nachts gaat het richting het vriespunt.
Hier, in Manang, kunnen we voor de 1e keer ook een hoop Yak-producten eten. Yak-steak; Yak-kaas; Yak-melk,… allemaal afkomstig van de Yak.
(Eigenlijk is de melk afkomstig van de Nac, wat een vrouwelijke Yak is)
Vanaf nu komen we ook regelmatig yak’s tegen op onze tocht.
Dit is een soort van kruising tussen een koe, en een buffel, maar dan met lange haren. De yak’s die hier leven zijn gewend van op grote hoogte te leven. (Vanaf zo’n 3.500m)
En men zegt dat als deze dieren nu zouden afdalen naar de lagere gebieden, hun hart, en andere organen zouden ophouden met functioneren vanwege het drukverschil. Weet niet wat er van waar is?


Onze 7e dag doen we in de voormiddag een acclimatisatie-tocht met z’n allen (Inclusief oudere man) naar de Gangapurna-gletsjer.
We vertrekken na alweer een extra uurtje slaap.
Recht omhoog de berg op, naast de gletsjer.
We stijgen tot +/- 4000m. Van daaruit hebben we een prachtig zicht op de vallei waar we de afgelopen dagen hebben door getrokken. Een mooi zicht op het dorp van Manang, in de vallei van de Marshyangdi-rivier.
Geweldig zicht op Annapurna II & III, & Tilicho Peak.
In de verte zien we de Manaslu liggen (8.163m).
En aan de andere kant, zien we in de verte de Thorung-piek liggen, en ervoor de bergpas Thorung-Là. Daar hopen we over enkele dagen de kam over te gaan.
In de namiddag heeft iedereen vrijaf.
We besluiten om 15.00 met z’n allen naar een lezing van de “Himalayan Rescue Association” te gaan over hoogteziekte. Hier verstrekken ze zeer interessante, en betrouwbare informatie. De fabeltjes rond hoogteziekte worden hier naar de prullenmand verwezen. De lezing duurt zo’n 30 minuten, en wordt gegeven door 1 van de dokters, allemaal jonge vrijwilligers.
Hun info wordt gegeven zonder doemdenken. Elke hoofdpijn, of misselijkheid betekent niet onmiddellijk afdalen.
Na de voordracht kan je tegen een kleine donatie het zuurstof-gehalte in je bloed laten testen. Dit geeft je een indicatie hoe goed je geacclimatiseerd bent op deze hoogte. (Garandeert je niets voor de volgende hoogtes)
- Minder dan 80%: Zeker niet geacclimatiseerd
- Tussen 80 & 85%: Twijfelgeval
- Boven de 85%: Goed geacclimatiseerd
Gelukkig zat de hele groep tussen de 93% & 97%, enkel de oudere man nog niet, maar die was wel al op de goede weg, en zat ergens eind 80%.
Bij diezelfde dokters hadden we gisteren-avond een ontsteking aan een open wonde, op het scheenbeen van 1 van onze jonge deelneemsters, laten verzorgen.
Veel drinken is erg belangrijk om de kans op hoogteziekte te verkleinen. De regel is: “Drink elke dag zoveel liter als de hoogte in duizend meter +1”.
Dus eigenlijk moet je op deze hoogte al bijna 5 liter drinken per dag.
Gelukkig doet iedereen zijn best om dit zo dicht mogelijk te benaderen, al is dit verre van evident.
Maar, samen met onze 2 acclimatisatie-dagen, zorgt dit er wel voor dat bij ons bijna niemand echt veel last heeft van de hoogte.
Moest je toch last hebben van ernstige hoogteziekte, bestaat er slechts 1 remedie, en dat is direct afdalen, ook al is het midden in de nacht.
Je bent direct weer de oude, en kan dan langzaam proberen om weer te stijgen, en te acclimatiseren.
Elk jaar vallen er wel enkele doden, doordat een hoop trekkers te snel willen stijgen, en niet genoeg drinken.
We hebben enkele malen de rescue-helikopter zien vliegen, en dat is meestal geen goed teken.

De 8e dag trokken we verder van Manang naar Yak Kharka.(4050m)
Met onderweg een half uurtje thee-stop in Gunsang (3900m).
Omdat we nu vrij steil omhoog gaan, bereiken we telkens ’s middags onze slaap-bestemming al. Daar installeren we ons eerst, en nemen daarna onze lunch. We zijn ondertussen dus door de grens van 4.000m gebroken.
In de namiddag doen we dan nog een kort extra acclimatisatie-tochtje naar 4.400m. Gewoon recht omhoog den berg op, en weer naar beneden. Supersteil !
Aangezien het op deze hoogte ’s avonds snel afkoelt, en de huisjes niet echt goed geïsoleerd zijn, wordt het zelfs binnen vrij koud.
Daarom hebben ze hier kleine kolenpotjes die ze dan onder je tafel komen zetten (al dan niet in een daarvoor voorziene put onder de tafel). De rook-ontwikkeling moet je er dan wel bij nemen.
De volgende morgen, bleek het ’s nachts zo koud geweest te zijn dat het bronnetje, buiten aan onze kamers, bevroren bleek.

Onze 9e Trekking-dag brengt ons via Letdar (4200m) naar Thorung Phedi (4450m).
Als we in Letdar even halt houden om iedereen weer bijeen te laten komen, blijkt dat de oudere man toch weer over zijn grenzen aan het gaan is.
Hij komt een beetje zwijmelend aan in Letdar, waar we hem in het 1e Guest-house even neerleggen, en wat extra kracht-suikers geven.
Hier heb ik hem als een schoolmeester even heel vermanend moeten toespreken, en hem verteld dat als hij het nu nog niet gesnapt heeft, ik hem direct op een ezel laat zetten, om de terugweg aan te vatten.
Hij beweert dat hij het nu wel gesnapt heeft !
We trekken met z’n allen rustig verder naar Thorung Phedi – Low Camp, waar we net voor de middag aankomen.
Ook al was het slechts enkele uurtjes stappen, en niet zo heel ver; iedereen begint elke inspanning nu toch wel wat harder te voelen.
Gelukkig schijnt overdag nog steeds de zon.
Hier logeren we in 1 van de 2 mogelijke Guest-houses. (gelijkaardig aan elkaar, en beide met zeer veel kamers).
Na onze aankomst hier, blijkt dat de jongedame, die enkele dagen geleden een infectie op haar scheenbeen had, fel verzwakt te zijn.
We weten niet direct hoe dit komt… Doordat ze tijdens de klim naar het Pisang Peak – Base Camp een beetje over haar grenzen is gegaan, of door de antibiotica tegen de ontsteking; of is het toch Hoogteziekte (Wat het vermoedelijk niet was). Feit is dat ze redelijk ziek wordt, en vooral fel verzwakt is.
In de namiddag maken we met z’n allen een extra acclimatisatie-tochtje naar Thorung Phedi – High Camp (4.850m). Iedereen bepaalt zo’n beetje zelf hoe ver hij/zij de helling opgaat. Het gaat weer steil omhoog.
De zieke jongedame doet deze tocht niet mee, en kruipt de hele namiddag in haar bed, om wat op krachten te komen. Jammer genoeg heeft ze ook zeer weinig eetlust. We kunnen ze toch overtuigen om een beetje soep te komen eten, alvorens ze weer naar bed gaat.

De volgende dag zou een zeer zware dag worden.
Dan vertrekken we al om 4.30 om de trip te maken naar de top van onze reis: de Thorung-Là – berg-pas op 5.416m hoogte. Om daarna weer helemaal af te dalen naar Muktinath (3.800m)
Omdat we toch met 2 zwakkere mensen in de groep zitten, besluit ik in overleg met de gids om 1 paard/ezel te huren die 1 persoon omhoog kan dragen.
Na overleg besluiten we dat de jongedame zal proberen om mee met de groep te voet te gaan,en dat de oudere man een half uurtje na ons vertrekt met het paard. Om op die manier hopelijk samen aan de 1e stop Thorung Phedi – High Camp aan te komen.

Op onze 10e Trekking-dag staan we dus al om 3.30 op. Tegen 4.00 staan onze zakken klaar, en kunnen de dragers al vertrekken, terwijl wij ontbijten.
Om 4.45 beginnen wij er uiteindelijk ook aan.
Het is nog helemaal donker buiten, dus je ziet tegen de berg-helling enkel een hoop Petzl-Hoofdlampen omhoog gaan.
Wat wel een speciale sfeer geeft, met de maan, en de sterren.
Vanaf 6.00 begint de zon te schijnen, en kunnen de lampen weer weg.
Jammer genoeg blijkt de jongedame te fel verzwakt te zijn, en duurt het wat langer voor we Thorung Phedi – High Camp bereiken.
Onderweg bleek zelfs dat mijn kracht-gel bevroren was, zo koud was het tijdens dit eerste stuk van deze zware dag.
Op deze 1e stop, besluiten we dat de Jongedame de tocht naar de top verder te paard zal maken. De oudere man voelt zich sterk genoeg om het op eigen krachten te proberen, en het steilste stuk is nu ook achter de rug.
(Wat niet wilt zeggen dat het echt gemakkelijk wordt.)
We kraken nu ook de 5.000m-grens, en voelen dit ook aan onze inspanningen. Elke stap die je nu zet, brengt je natuurlijk dichter bij de top, maar voelt ook wel extra zwaar aan.
Mentaal is het ook zwaar, want telkens je een kam ziet, denk je dat daar het eindpunt zal zijn…. Maar, niets is minder waar…
Uiteindelijk komt tegen 9.45 de laatste van onze groep aan op de top, waar de rest in een zeer klein hutje wat thee zit te drinken.
Daarboven nemen we met z’n allen nog snel een groeps-foto, zonder 1 persoon die niet wilde wachten op de rest van de groep alvorens aan de afdaling te beginnen.
Hier boven was het best wel koud, en waaide het vrij hard.
(Ook al hadden we vele lagen kledij aan, en 2 paar handschoenen, muts, en alles wat je maar enigszins warmte kon bieden.)
Maar natuurlijk geeft het je wel een fantastisch gevoel om hierboven te staan.
Ook al is het dan niet echt een piek, maar “gewoon” een berg-pas.
Fantastische ervaring !!
Maar dan komt er voor mij, zo mogelijk, nog een zwaarder stuk aan.
Aangezien ik redelijk zwakke knieën heb, is het afdalen soms nog zwaarder dan het stijgen, zelfs met knie-verbanden, en wandelstokken. (Al helpen die wel natuurlijk)
Tijdens de afdaling zien we nu in de verte ook de Dhaulagiri (8.167m) liggen.
En aan onze rechter-kant kunnen we een stuk in de Mustang-vallei kijken.
Deze vallei was tot enkele jaren geleden nog verboden gebied voor toeristen, vanwege de nabijheid, en de doorgang naar Tibet.
Sinds enkele jaren kan je hier wel trekkings in doen, mits je een speciale (dure) permit koopt. En dan krijg je nog een extra begeleider mee, die je in het oog kan houden. Filmen is absoluut niet toegelaten, of je moet nog een extra (dure) permit kopen; foto’s nemen mag wel.
Wij gaan morgen wel een klein stukje in dit gebied, tot aan de grenzen van het toelaatbare gebied.
Maar eerst dus de lange afdaling vanop de Thorung-Là (5.416m) naar het kleine dorpje Pedi (4.230m)
Hier komen we tegen 13.30 aan, en nemen gezamenlijk onze lunch.
Na de lunch dalen we nog een uurtje af, naar Muktinath (3.800m).
Op onze weg naar het hotelletje, bezoeken we nog een klooster met wat tempels. Waaronder de tempel ter ere van Vishnu, met 108 spuitkoppen. Het klooster ligt in een mooi park, tegen een heuvel vol met gebeds-vlaggetjes.
Wat verder ligt de Jwala Mayi-tempel (de grot met het brandende water… in feite een natuurlijk gasvlammetje). Deze tempel is na Pashupatinath (waar we over enkele dagen naartoe gaan), de 2e-heiligste plek voor Hindoes in Nepal.
Het is dan ook een waar bedevaartsoord, waar zeer veel pelgrims naartoe trekken. Meestal vanuit de andere richting, dan van waar wij uitkwamen.
Ook al zitten we hier nog een heel stuk hoger dan Manang, toch valt het ons op, dat het hier een heel stuk warmer is.
Ook het landschap ziet er helemaal anders uit dan aan de andere kant van de berg-pas. En doordat het hier een pelgrimsoord is, vind je overal langs de kant van de weg souvenir-verkopers. (Beeldjes, hangertjes, Kasjmir-sjaals, gewoven dekens, wollen tapijten,…)
In ons hotel, kunnen we tegen betaling een warme douche nemen.
Natuurlijk zit ik er absoluut niets mee in, om hier wat extra’s voor te betalen.
(De prijs is echt het vermelden zelfs niet waard)
Je moet er wel bijnemen, dat de gasfles mee in de douche staat, en aangesloten is via een aquarium-darmpje. En van een schouw op het gastoestel hebben ze al evenmin gehoord, gelukkig is er niet veel gevaar voor CO-vergiftiging, aangezien er genoeg gaten in de ramen zitten.

Raju (onze gids) komt me ’s avonds vertellen dat het in het hotel, recht tegenover het onze er net een klimmer is gestorven die net 1 van de nabij gelegen pieken had beklommen.
Volgende dag kwamen we te weten, dat het nog een vrij jonge Duitser was, die daar samen met zijn vriendin was. Blijkbaar leed hij aan een hartkwaal, en is die hem fataal geworden.
Toch wel even bizar om bij stil te staan.

Nu we over het letterlijke hoogtepunt van onze reis heen zijn, worden de trekkings-dagen minder lang, en een pak minder zwaar.
Onze 11e Trekking-dag dalen we verder af naar Kagbeni. (2.800m)
Vroeger was er enkel een vrij stoffige weg tussen Muktinath & Kagbeni (via Jharkot), waar vrij veel verkeer op was.
Maar, zoals eerder gezegd, is een stukje van de Mustang-vallei vrij gemaakt, en bestaat er dus een alternatieve weg. Natuurlijk hebben wij die alternatieve route genomen, die ons via Chhengar & Purang naar Kagbeni brengt.
Zeker nu je een pak meer zuurstof opneemt, is dit niet zo zwaar. Af en toe hebben we qua landschap het gevoel alsof we door een Belgisch Herfst-landschap lopen. Langs loof-bomen, met verkleurde bladeren.
Helemaal anders dan de landschappen die we tot nu toe gezien hebben.
Jammer genoeg is het weer vandaag een heel pak verslechterd, met een hoop laag-hangende bewolking.
Hierdoor kunnen we jammer genoeg niet zo ver in de Mustang-vallei kijken.
Als we achter ons naar de Thorung-Là kijken, is die ook helemaal in de wolken gehuld. Daarboven is het zo goed als zeker op dit moment vrij heftig aan het sneeuwen, en dat in combinatie met een felle wind.
Gelukkig hebben wij een dag eerder onze oversteek al gemaakt.
Tegen de middag komen we aan in Kagbeni, waar we eerst onze lunch nemen.
Daarna, was het onze bedoeling om nog een korte, vrij vlakke, trip verder in de Mustang-vallei te maken.
Maar door het slechte weer besluiten we in groep dat iedereen een vrije namiddag krijgt.
Wat gezelschap-spelletjes spelen, lezen, internetten, op krachten komen, dagboeken aanvullen, terug warm-water-douchen, genieten van de Europese zit-toiletten,…

Onze 12e , en laatste trek-dag, wandelen we op ons gemakje, via Eklebhatti, naar Jomsom. (2.720m)
Dit is in totaal slechts 2.30 uur wandelen.
Dus vertrekken we ’s ochtends wat later.
Ook de dragers blijven nu de hele tijd bij ons wandelen.
Achter ons hebben we een prachtig zicht op de Thorung-Là (nauwelijks te geloven dat we van daar helemaal boven komen), en voor ons hebben we de vallei van de Kaligandaki-rivier, met de Dhaulagiri op de achtergrond.
Tegen 11.00 zijn we reeds in Jomsom, waar onze trekking eindigt, van hieruit vliegen we morgen naar Pokhara.
Onze fantastische trek-tocht komt hier tot een einde.
Gelukkig zijn we allemaal heelhuids over de top geraakt.
Dat was mijn doel; met de hele groep over de Thorung-Là geraken.
Tot voor enkele jaren gebeurde het vrij geregeld dat je onderweg Maoïstische rebellen tegen kwam. Die vroegen dan een bijdrage voor hun strijd, niet dat je de keuze had om te weigeren. Je kon wel wat onderhandelen over de grootte van je bijdrage. En als je betaald had, kreeg je zelfs een ontvangstbewijs. Moest je 1 van de volgende dagen opnieuw rebellen tegenkomen, kan je zonder nog eens extra te betalen gewoon verder wandelen.

’s Middags overhandigen we de fooien aan de dragers, en geven hen ook nog kledij die wij niet meer nodig hebben, maar zeer welkom zijn voor hen.
Ze komen één voor één naar voren, buigen diep, geven mij een hand, en nemen hun enveloppe met hun fooi dankbaar in ontvangst, terwijl ze het traditionele dank-gebaar maken. (Handen gevouwen voor het voorhoofd)
Emotioneel geladen moment, spontaan applaus van de groep.
Deze mannen hebben ons geweldig geholpen, en we weten dat we hen (en hun familie) een enorm plezier doen met deze fooien.
Onze harten zwellen een beetje op tijdens deze “ceremonie”.
Daarna vertrekken de dragers met de bus naar KTM, en van daaruit direct naar hun familie. (Voor de meesten onder hen, een dag-reis van zo’n 24 uur)
Onze gids blijft nog enkele dagen bij ons.
De rest van de dag heeft iedereen vrij.
Het stadje wat verkennen, wat in de zon zitten luieren met een kopje thee, boekje lezen, internetten, en op het einde nog wat gezelschap-spelletjes spelen.

De volgende ochtend gingen we rond 7.15 te voet naar de luchthaven, gelukkig was dit slechts aan de overkant van het straatje van ons hotel, nog geen 100m wandelen. Vanaf nu moesten we zelf onze groene rugzakken dragen (en onze dag-rugzak). Enkel die van onszelf, dus nu beseften we nogmaals hoe zwaar het geweest zou zijn om 2 van zulke zakken over de bergen te dragen.
Gelukkig hadden wij (allee ons reis-bureautje) tickets kunnen bemachtigen voor 1 van de eerste vluchten van de dag.
Alle vliegtuigjes vertrekken eerst van Pokhara, en het 3e aankomende vliegtuig was het onze.
Vóór 12.00 moet je vliegtuig uit Pokhara zijn toegekomen. Na 12.00 stijgt geen enkel vliegtuig meer op uit Jomsom vanwege de hevige wind die dan door de vallei van de Kaligandaki-rivier begint te razen.

Tegen 8.15 stegen we op met ons klein vliegtuigje.
Aan onze linker-zijde hadden we de Annapurna I (8.091m) & aan de rechter-zijde de Dhaulagiri (8.167m). Wat een fantastisch zicht. Na iets minder dan een half uurtje landen we in Pokhara (827m), waar de zwoele hitte ons direct weer om de hals vloog.
Nadat ons bagage met een hand-kar van het vliegtuig naar de aankomst-hal was gebracht, konden we naar het klaarstaande busje wandelen.
Dat bracht ons direct naar ons hotel, waar de rest van de voormiddag iedereen vrij had.

De rest van onze avonturen in Nepal, kan je lezen in het 3e verslag !!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Nepal, Pokhara

Mijn eerste reis

Hier schrijf ik later misschien iets over mijzelf.

Recente Reisverslagen:

01 November 2011

China - Verslag 4

29 Oktober 2011

China - Verslag 3

21 Oktober 2011

China - Verslag 2

17 Oktober 2011

China - Verslag 1

15 Januari 2011

Nordstream - Verslag 2
Bart

CARPE DIEM !!! Elke dag proberen zo veel mogelijk van het leven te genieten...

Actief sinds 30 Nov. -0001
Verslag gelezen: 619
Totaal aantal bezoekers 149189

Voorgaande reizen:

28 September 2017 - 26 Februari 2018

RTW

30 November -0001 - 30 November -0001

Mijn eerste reis

Landen bezocht: